Eurocrisis

De Eurozone

Het belangrijkste structurele manco van de eurozone is het verschil in concurrentiekracht tussen de deelnemende landen. Dit verschil wordt in de eerste plaats veroorzaakt door een sterk divergerende productiviteit. Productiviteitsverschillen hoeven geen probleem te zijn, mits deze gecompenseerd worden door flexibele loonkosten. Uiteindelijk wordt de concurrentiekracht van een land immers in hoofdzaak bepaald door de loonkosten per eenheid product. Lees verder

Mario Draghi

Het geven van een monetair schot voor de boeg is toch wat anders dan de koe economisch bij de horens vatten. Dat ondervindt Mario Draghi — president van de Europese Centrale Bank (ECB) — vanaf de zomer van 2014 aan den lijve. Bij zijn aantreden in november 2011 werd Draghi geconfronteerd met een muntunie waarin de rente op staatsobligaties van Spanje en Italië tot een onhoudbaar niveau opliep. Hierdoor dreven deze landen langzaam maar zeker richting het financiële infuus van het Europese noodfonds en het IMF. Griekenland, Ierland en Portugal hadden deze route al afgelegd, maar waren qua economische omvang en politieke invloed onvergelijkbaar. Lees verder

Spanje en de eurozone

Toen private partijen vanaf het voorjaar van 2010 niet meer bereid waren Grieken­land te financieren, stonden de landen die samen de eurozone vormen voor een duivels dilemma: Griekenland failliet laten gaan – met onoverzienbare besmettings­gevaren gezien de precedentwerking en grote afschrijvingskosten voor het zwakke Europese bancaire systeem – of de financiering van Griekenland overnemen. De confrontatie van deze financiële realiteit met geopolitieke Europese ambities leidde uiteindelijk tot de 'redding' van Griekenland via het inderhaast opgezette European Financial Stability Fund (EFSF) dat later werd opgevolgd door het European Stability Mechanism (ESM). Lees verder

De Italiaanse economie: een geval apart

Italië is een geval apart in de eurozone. De Italiaanse economie lijdt weliswaar sterk onder de muntunie, maar het land heeft – in tegenstelling tot bijvoorbeeld Spanje – de mogelijkheid om de eurozone op eigen kracht te verlaten. Een exit van Italië is daarom een serieuze politieke optie. Lees verder

Productiviteitsverschillen en transferbetalingen in de eurozone

De eurozone is in november 2012 officieel voor de tweede keer sinds 2009 in een recessie beland. Als de nationale begrotingstekorten vanaf 2009 in ogenschouw worden genomen heeft de muntunie – met uitzondering van Duitsland – na de eerste dip geen herstel laten zien. Schuldfinancieringen via begrotingstekorten hebben in de eurolanden – evenals in het VK, Japan en de VS – een kortstondig inefficiënt herstel gekocht dat geen naam mag hebben. Dat de eurozone momenteel macro-econo­misch de grootste stagnatie laat zien, heeft te maken met de noodzakelijke fiscale discipline die nu in dit gebied langzaam op gang komt. Lees verder

Parallellen tussen de Duitse eenwording en de invoering van de euro

De Duitse eenwording levert een interessante aanwijzing op voor de omvang van de toekomstige transferbetalingen van Noord naar Zuid in de eurozone. De vergelijking is niet 100% zuiver en wellicht enigszins extreem, maar geeft wel te denken. De eenwording bracht twee landen met grote verschillen in productiviteit bij elkaar onder één munt. In West-Duitsland was de productiviteit eind jaren ’80 vier keer zo hoog als in Oost-Duitsland. De invoering van de D-mark in het voormalige Oost-Duitsland werkte voor dit gebied economisch dan ook catastrofaal uit. Lees verder

Duitsland en de target2-posities

Duitsland maakt zich grote zorgen over de enorme openstaande target2-posities in het eurosysteem van de centrale banken. Deze posities zijn sinds het begin van de kredietcrisis ontstaan. Door grote liquiditeitstekorten in de Latijnse landen worden transacties die tussen landen in de eurozone op bancair niveau zijn afgewikkeld grotendeels niet vereffend op het niveau van centrale banken. Inmiddels zijn de Duitse target2-posities groter dan haar aandeel in alle andere steunfaciliteiten – zoals het EFSF, het ESM en de obligatieaankopen van de ECB in de secundaire markt – tezamen. Bovendien groeien deze posities nog steeds en glijdt Frankrijk af. Lees verder

Economie Frankrijk

De ontwikkeling van de economie van Frankrijk is sinds haar deelname aan de Euro in een negatieve spiraal terechtgekomen. Frankrijk greep in het pre-Euro tijdperk veelvuldig naar het wapen van externe devaluatie door het verlagen van de wisselkoers van haar munt. Hierdoor werd kortstondig de concurrentiepositie van vooral de Franse industrie verbeterd, waarbij inflatie op middellange termijn voor lief werd genomen. Noodzakelijke structuuraanpassingen ging men zo uit de weg, waardoor de stimulans om tot productiviteitsverbetering te komen ontbrak. Lees verder

Economie Portugal

Enige tijd geleden bracht de Amerikaanse Citybank haar financieel-economische verwachtingen naar buiten voor de economie van Portugal. Deze verwachtingen vormen een pijnlijke illustratie van de onhoudbaarheid van het one size fits all concept dat ten grondslag ligt aan een gemeenschappelijke munt. Portugal heeft in 2011 een reddingspakket van 78 miljard Euro ontvangen en is voortvarend gaan bezuinigen terwijl gelijktijdig de belastingen verhoogd zijn. Lees verder

Het laatste bolwerk van een sterke euro

Als het gaat om een sterke euro is de president van de Duitse Centrale Bank, Jens Weidmann, een van de laatste verdedigers van de oorspronkelijke filosofie die ten grondslag lag aan het beoogde monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Weidmann is afkomstig uit kringen rondom Angela Merkel en was een van haar belangrijkste adviseurs in het lastige euro-dossier. Lees verder

Extra’s

Zoek op deze site:

XML RSSAbonneer je via RSS
  • XML RSS
  • follow us in feedly