Reële Economie

Het BBP (Bruto Binnenlands Product)

Het BBP is een van de eenvoudigste vergelijkingen in de economie. De toe- of afname geeft een evenredige groei of krimp weer van onze economie.

Het Bruto Binnenlands Product wordt als volgt berekend


Bruto Binnenlands Product = C + I + G + (E - M)

C=Consumptie
I=Investeringen
G=Overheidsuitgaven
E=Export
M=Import

Het probleem met deze vergelijking is, dat bovenstaande variabelen onderhevig zijn aan een complex aan onderliggende invloeden. Een van de belangrijkste daarvan is de toename van de publieke en private schuldposities. Vooral private schuldposities maken geen deel uit van de meeste economische modellen. Eind 2012 bedroeg de publieke schuld van Nederland minder dan 70% van het BBP. De gezamenlijke schuldpositie van gezinnen (130%), bedrijven (95%) en banken (80%) bedroeg meer dan 300% hiervan.

De toe- of afname van de totale schuldpositie van een land heeft een grote invloed op de consumptie, investeringen en overheidsuitgaven. Deze vormen samen het overgrote deel van het Bruto Binnenlands Product. In de VS bedraagt de consumptie bijvoorbeeld bijna 70% en in China bedraagt de investeringscomponent daarentegen, al bijna 20 jaar lang, zo'n 50% van het Bruto Binnenlands Product.

Een sterke toename van private schuldposities gaat hand in hand met een toename van consumptie, investeringen en overheidsuitgaven. Als gevolg hiervan nemen de belastinginkomsten toe en daalt de staatsschuld.

Spanje is hiervan een mooi voorbeeld. Voordat de onroerend-goedcrisis in Spanje in 2008 toesloeg, had het land jaren achtereen een begrotingsoverschot, wat resulteerde in een dalende staatsschuld. In 2007 bedroeg de Spaanse staatsschuld 36% van het Bruto Binnenlands Product en de werkloosheid 8,3%. Er werd een tekort aan arbeidskrachten verwacht en Spanje naturaliseerde mede daarom 700.000 illegalen. Inmiddels is de staatsschuld meer dan 80% van het BBP en is de werkloosheid door het depressieniveau van 25% geschoten.

Dit voorbeeld illustreert dat een op schulden gebaseerde toename van de geldhoeveelheid iedereen op het verkeerde been zet. Overheden rekenen zich rijk en een ieder klopt zich op de borst. Daarnaast werkt zo'n snelle toename van de kredietverlening verkeerde investeringsbeslissingen in de hand en een onhoudbare stijging van de prijs van bestaande activa, zoals onroerend goed.

In de VS was het van hetzelfde laken een pak. Onder president Bill Clinton en tijdens de eerste termijn van Bush jr. ging alles zogenaamd crescendo. Clinton wordt nu nog geprezen vanwege kleine begrotingsoverschotten die onder zijn bewind totstandkwamen. Dat deze overschotten ten laste van de toekomst werden gerealiseerd, vanwege schuldgedreven private consumptie, wordt zelfs vandaag de dag door velen over het hoofd gezien. De keerzijde is vier jaar Obama – met een gemiddeld begrotingstekort van 10% en een centrale bank die – net als in Europa, het VK en Japan – compleet op hol geslagen is.

In Nederland was onder de kabinetten Kok en Balkenende 1, 2 en 3 sprake van kunstmatige welvaart. Het geld klotste tegen de plinten. Dat deze welvaart samenhing met een forse toename van de private schuldposities werd nooit als een probleem gezien. Er was dus sprake van schuldgedreven private uitgaven, die via hun positieve effect op de belastinginkomsten ook de overheidsuitgaven naar een op langere termijn onhoudbaar niveau tilden.

Het regeerakkoord van Rutte-2 markeert de derde bezuinigingsronde in twee jaar. Na de 30 miljard van Rutte-1 en het lenteakkoord, bezuinigt Rutte-2 nog eens 16 miljard. De componenten van de bovenstaande vergelijking – consumptie, investeringen en overheidsuitgaven – gaan elkaar hierdoor versterken, waardoor het wachten is op de volgende bezuinigingsronde. Het kabinet is in zo'n situatie de formele probleemhouder en kan slechts armoede verdelen.



In de jaren '30 speelde precies hetzelfde. Ook toen was er sprake van een schuldencrisis. De schulden waren toen in verhouding tot het BBP zelfs lager dan nu. Destijds probeerden veel landen hun Bruto Binnenlands Product op te krikken door de export te stimuleren via valutadevaluaties. Dit bleek een heilloze weg, omdat vrijwel ieder land naar dit wapen greep. Wat resteerde was een zinloze valutaoorlog.

Wil je reageren op bovenstaand artikel, maak dan gebruik van het contactformulier en je commentaar wordt hieronder geplaatst.

Reacties:

Maar-wat-is-dan-de-oplossing

Ik zie veel commentaren op de economie. Niet alleen op deze site staan deze reacties, ze zijn ook op andere sites te vinden. En op TV, in kranten en...

Extra’s

Zoek op deze site:

XML RSSAbonneer je via RSS
  • XML RSS
  • follow us in feedly