Sociaal- economische ontwikkelingen

De zelfstandig ondernemer versus de werknemer

De begrippen zelfstandig ondernemer en werknemer zijn aan herziening toe. Zo’n revisie is onvermijdelijk omdat de traditionele scheidslijn tussen beide groepen aan het vervagen is. Onder het begrip werknemer valt namelijk een steeds groter wordende groep mensen, die niet de voordelen, maar wel de nadelen van een vaste betrekking ondervinden. Veel arbeidsovereenkomsten, zoals nulurencontracten, geven tegenwoordig immers geen zekerheid van inkomen en pensioen, maar bieden ook niet de vrijheid en fiscale privileges die het ondernemerschap kenmerken. Vervolgens zijn nogal wat werknemers de laatste jaren zelfstandig ondernemer geworden bij gebrek aan, of door verlies van, een vaste baan. Kortom: de arbeidsmarkt én het ondernemerschap zijn voor velen geëvolueerd tot een dagelijks overlevingsgevecht.

Flexibiliteit is een voorwaarde voor een gezonde economische dynamiek

Dat de bescherming van een arbeidsovereenkomst in de vorige eeuw véél te ver is doorgeschoten, en niet meer past bij het huidige tijdsgewricht, wordt inmiddels algemeen onderkend. Vanuit het perspectief van een flexibele bedrijfsvoering zijn arbeidscontracten voor onbepaalde tijd vandaag de dag nog steeds te rigide. Dit werkt bedrijfsmodellen in de hand waarbij ondernemingen flexibiliteit zoeken door, naast een kleiner wordende vaste kern werknemers, een steeds groter wordende flexibele schil in te zetten. Dit fenomeen doet zich nu ook voor in alle lagen van het onderwijs. De te starre rechten van het vaste personeel werken zo de volkomen rechteloze positie van flexwerkers in de hand.

Zolang het hoger opgeleiden betreft is er niets aan de hand. Deze zelfstandigen zonder personeel hebben pricing power en kiezen vaak bewust voor detachering. Het regelmatig wisselen van opdrachtgever resulteert dan in een gevarieerd curriculum vitea, waardoor de marktwaarde van dit soort professionals verder verbetert. Deze groep ondervindt weinig tot geen hinder van inter-Europese arbeidsmigratie, omdat de hogere scholingsgraad én de vereiste communicatieve vaardigheden verdringing door goedkopere migranten grotendeels uitsluit.

De zelfstandig ondernemer met een lager opleidingsniveau bevindt zich in een totaal andere situatie. Schrijnende voorbeelden zijn alom bekend: vrachtwagenchauffeurs, schoonmaakpersoneel, bouwvakkers, agrarische arbeid, eenvoudige productie- en magazijnfuncties et cetera. Deze groepen laagopgeleide zelfstandigen lopen doorgaans een meer dan gemiddeld omzet- en debiteurenrisico. Daarbij komt dat zij te maken hebben met oneerlijke concurrentie uit Oost-Europa. Het betreft immers vaak migranten die levensstandaarden in het goedkopere buitenland bekostigen met het verworven inkomen in Nederland.

Bedrijfseconomische flexibiliteit is goed voor onze economie. Zodra dit gepaard gaat met een genadeloze race to the bottom aan de onderkant van de arbeidsmarkt, komen fundamentele fatsoensnormen onder druk te staan en wordt de sociale cohesie van de Nederlandse samenleving aangetast. Bij de huidige stand der technologie moet het voor iedereen mogelijk zijn om op een waardige manier een gezin te onderhouden van inkomen uit arbeid. Zo niet, dan schiet ons ordeningsmodel sociaal-maatschappelijk behoorlijk tekort.

Het huidige topmanagement

Het financiële levenslot van de lager geschoolde zelfstandig ondernemer staat haaks op de vaak volkomen ontspoorde arbeidsvoorwaarden van het topmanagement van beursgenoteerde vennootschappen. Een deel van dit topmanagement wordt beloond alsof men in het verleden succesvol, voor eigen rekening en risico, zeer ambitieuze zakelijke doelen heeft nagestreefd. Voor de goede orde: het betreft simpelweg werknemers die reeds vanaf de eerste dag in hun werkzame leven op de cent precies weten wanneer het salaris wordt overgemaakt. Vanaf dag 1 heeft deze groep werknemers arbeidsvoorwaarden gekend inclusief verzekering tegen ziekte, arbeidsongeschiktheid én opname in een pensioenfonds. Men was deel van het systeem, en volgde succesvol het adagium go with the flow. Hun arbeidsverleden is gespeend van persoonlijk én financieel risico.

Ondanks genoemde veilige achtergrond heeft het topmanagement de laatste jaren steeds vaker de neiging zichzelf te etaleren als ondernemer en werkgever. Voor het juiste begrip: de vennootschap als zodanig is de statutaire werkgever en incorporeert de onderneming. Topbestuurders werken met andermans geld en zijn slechts passanten die de vennootschap en haar historisch opgebouwde marktmacht tijdelijk vertegenwoordigen. Zij mogen gedurende enige jaren de rijdende vennootschappelijke trein besturen vanuit het collectief van een Raad van Bestuur. Naast een goede beloning met bijbehorende emolumenten werd deze verantwoordelijkheid tot voor 25 jaar vooral gezien als een groot maatschappelijk voorrecht.

Het succesvolle naoorlogse Duitse Rijnlandmodel kende tot eind jaren ’80 de stilzwijgende afspraak dat de bezoldiging van de voorzitter van de Raad van Bestuur ongeveer 20 à 25 keer het salarisniveau van de laagste loonschaal binnen het concern bedroeg. Deze vermenigvuldigingsfactor betrof vrijwel zonder uitzondering de grote beursgenoteerde ondernemingen. Langzaam maar zeker is deze norm steeds verder opgerekt. Met name in Angelsaksische landen zijn de verhoudingen volkomen zoek geraakt. In 2014 was er in de VS voor het eerst een hedgefondsmanager die als werknemer op jaarbasis meer dan 1 miljard dollar bijgeschreven kreeg!

Er is niets mis met veel geld verdienen. Als dat dé drijfveer is, wordt dan zelfstandig ondernemer en laat zien dat je in volle concurrentie het verschil kunt maken. Dan wordt grote persoonlijke rijkdom enkel ethisch gelegitimeerd als de vruchten van de ondernemingsinitiatieven maatschappelijk waarneembaar zijn in de vorm van productieve werkgelegenheid, baanbrekende innovaties en/of een versterking van de economische structuur. Dat is toch andere koek, temeer daar de tijden van op grondspeculatie gebaseerde projectontwikkeling achter ons liggen.

Het klassieke ondernemerschap

Een geslaagd zelfstandig ondernemer is te vergelijken met een zeeschildpadje dat op een strand uit het ei kruipt. Het begint vol goede moed aan een lang en ongewis avontuur. De kans dat het zeeschildpadje tot volle wasdom komt is klein. Voor de zelfstandig ondernemer geldt hetzelfde.

Nederland kent aansprekende historische voorbeelden van succesvolle ondernemers, zoals de families Philips en Heineken. Meer recent springen Wim van der Leegte en Jan Aalberts in het oog. Deze twee naoorlogse ondernemers hebben in één generatie werkgelegenheid gecreëerd voor tienduizenden werknemers. Zij zijn zakelijk tot volle bloei gekomen door initiatieven te ontplooien die reële economische waarde toevoegen. Dit, terwijl duizenden anderen, die met bloed, zweet en tranen dezelfde doelen nastreefden, onderweg in anonimiteit gesneuveld zijn. Dát zijn de harde spelregels van het ondernemerschap in een goed functionerende markteconomie.


Voor een geslaagde zelfstandig ondernemer is het vergaarde kapitaal een middel om op termijn nieuwe ondernemingsdoelen te bereiken. Dát is dé kracht van succesvolle familiebedrijven die de ruggengraat vormen van onze economische structuur. Het klassieke ondernemerschap verbindt risico met beloning en vereist doorzettingsvermogen en geduld. Dit staat in schril contrast met de salariëring en bonusaanspraak die veel hedendaagse topmanagers verlangen voor hun risicoloze werkzaamheden.

Wil je reageren op bovenstaand artikel, maak dan gebruik van het contactformulier en je commentaar wordt hieronder geplaatst.

Extra’s

Zoek op deze site:

XML RSSAbonneer je via RSS
  • XML RSS
  • follow us in feedly